Iris Poldervaart
Het grote kapper woordenboek | Deel 2
14 juli 2015Blunt cut hoe? Keratine-wattes? Als je in de stoel van de kapper zit is het wel zo fijn als je een beetje begrijpt waar de vakman het over heeft. The Chair zet de must-know termen voor je op een rij in ons kapper woordenboek. Vorige week kon je al kennis maken met wat termen in deel 1, deze week deel 2:
- Knotting: een techniek waarbij met twee plukken haar een knoop wordt gemaakt en wordt herhaald
- Lagen: een kapsel waarbij het onderste haar langer is dan het haar wat er overheen valt
- Lowlights: een kleurtechniek waarbij plukjes haar een donkerdere kleur krijgen dan je eigen haarkleur
- Mermaid hair: een trend waarbij het haar in een heldere pasteltint wordt gekleurd
- Messy: licht rommelig haar; niet te netjes, niet te gemaakt
- Ombre: een techniek in haarkleuring met een subtiel kleurverloop van donker naar licht, of van licht naar donker
- Ontkleuren: bleaching: een behandeling waarbij al de kleur uit het haar wordt getrokken. Dat vormt een goede basis voor een hele lichte (pastel) haarkleur
- Page coupe: een ronde bob die in een lijn aangesloten is rond het hoofd. Dus zonder langere plukken of onderbrekingen
- Parting: scheiding tussen twee of meer delen haar
- Passé: pluk haar met een rechte scheiding
- Permanent: omvorming van het haar door middel van ammoniumthioglycolaat-zout waarna krullen ingezet kunnen worden die permanent zijn tot ze zijn uitgegroeid
- Pixie cut: een korte, opgeknipte coupe voor vrouwen, waarbij het haar bovenop en aan de voorkant wat langer is
- Point cut: een kniptechniek waarbij er met de schaar verticaal in het haar wordt geknipt in plaats van horizontaal
- Pony: bang: kortere haren langs het gezicht die over het voorhoofd vallen. Een pony kan recht zijn, maar ook schuin voor een meer nonchalante look
- Scheiding: parting: scheiding tussen twee of meer delen haar
- Schoonmaakformule: product waarmee de kapper het overtollige haarverf (van de voorgaande kleurbehandelingen) uit het haar kan halen, zodat er een schone basis overblijft
- Sections: afdelingen: het afdelen van het haar in meerderen vlakken
- Slag leggen: finger waves: een retro methode waarbij je met de vingers golven in het haar zet en deze langs de haarlijn vast zet
- Slag: haar dat golvend is, maar geen krul
- Sleek: glad en stijl haar
- Slices: strak afgebakende plukken in het haar. Middels een slice kan een highlight met folie ingezet worden
- Sombre: ook wel subtle ombre; een meer naturelle, subtielere versie van de ombre
- Spoeling: een semipermanente haarkleuring die er na een paar wasbeurten uit wast
- Straight: stijl haar
- Texturizen: het knippen van verschillende (botte) lengtes in het haar zodat de coupe meer beweging en textuur krijgt.
- Tonen: het inkleuren van het haar met een semitransparante haarkleuring (toner)
- Toner: een speciale haarverf die alleen een gloed (semitransparante kleur) over het haar legt
- Touperen: back combing: het bij de aanzet tegen de haarrichting in kammen van het haar voor het creëren van volume
- Uitdunnen: een kniptechniek waarbij met een speciale schaar dik en stug haar wordt uitgedund om de coupe meer vorm te geven
- Undercut: een deels korte coupe waar langer haar overheen valt
- Visgraat vlecht: een techniek van vlechten waarbij je twee plukken haar vanaf de buitenkant over elkaar heen worden gelegd en bij de andere pluk wordt gevoegd
- Voordrogen: wanneer net gewassen/geknipt haar met de föhn en handen voor 80% droog wordt gemaakt. Daarna wordt het met föhn en borstel afgemaakt. Dit om het droogproces te versnellen.
- Waves: slag: haar dat golvend is, maar geen krul
Zijn wij nog een term vergeten, laat het ons vooral weten!
Bron: The Chair professionals